30 december 2017
Overal bereikbaar? (column)
Overal bereikbaar
Een aantal weken terug las ik in het Urkerland over een idee van het CDA om gratis Wifi in de publieke ruimte aan te bieden. Dit zou betekenen dat je straks op de havens, het winkelcentrum en andere openbare plaatsen gebruik kunt maken van gratis openbaar (en ook ongefilterd) internet. In eerste instantie lijkt dat best een goed idee; gratis wifi, wie is daar nou op tegen? Maar is het wel zo’n goed idee? Waar is de publieke ruimte nu eigenlijk voor bedoeld?
Publieke ruimte
Al sinds het ontstaan van steden vervult de publieke ruimte een belangrijke functie. Onder oude volkeren waren publieke ruimtes als de stadsput en stadspoort belangrijke plaatsen waar men elkaar ontmoette. Al ruim drie duizend jaar geleden was de stadspoort bij de Joden de plek waar de oudsten van de stad zich verzamelden om de stad te besturen en recht te spreken. Met de komst van de Grieken en Romeinen werd dit verplaatst naar centrale marktpleinen die ook wel het forum genoemd werden. Naast handel en rechtspraak vonden hier burgerlijke bijeenkomsten plaats. Op deze centrale marktpleinen in de stad ontmoeten burgers elkaar en werd er van gedachten gewisseld. Paulus maakte hier tijdens zijn zendingsreizen handig gebruik van door juist vanaf deze plekken het evangelie te verkondigen. De publieke ruimte is dus bij uitstek geschikt voor mensen om elkaar te ontmoeten en om van gedachten te wisselen. Maar wat heeft dit met gratis wifi te maken?
Filterbubbel
De geschiedenis leert ons dat de publieke ruimte onder andere bedoeld is om elkaar tegen te komen en om met elkaar van gedachten te wisselen. Er staan immers niet voor niets bankjes op de havens, in het park en in andere publieke ruimtes. Wanneer er echter gratis wifi op openbare plekken komt, kan dit ten koste gaan van iets heel belangrijks, namelijk het elkaar aanspreken en begroeten. Op treinstations staat tegenwoordig bijna iedereen met de telefoon in de hand, een praatje wordt niet of nauwelijks meer gemaakt. Het gebruik van de smartphone heeft daarom naast positieve gevolgen ook voor een groot negatief gevolg gezorgd. Steeds meer mensen raken door het gebruik van smartphones opgesloten in hun eigen bubbel. Eigen bubbel? Ja, via facebook zie je alleen nog informatie van mensen die jij selecteert. Terwijl je in het echte leven iedereen kunt ontmoeten, beperkt ‘sociale’ media je tot een select groepje. Je creëert een bubbel van informatie om je heen, terwijl informatie buiten deze bubbel je niet meer weet te bereiken.
Oog voor elkaar
Zorgelijk vind ik daarom het voorstel van het CDA voor gratis wifi in de publieke ruimte. Juist op Urk waar we net als de oude Joden en Grieken ook een sterk gemeenschapsgevoel kennen waarbij we elkaar aanspreken op straat. Ik denk aan die man die een rondje doet en onderweg door verschillende voorbijgangers wordt begroet. Zal dit ook gebeuren wanneer hij met een smartphone in zijn hand en oortjes in zijn oor rondloopt? Hebben we nog wel oog voor de omgeving wanneer we gefocust zijn op dat schermpje in onze handen? Gaat online bereikbaarheid niet vaak ten koste van offline bereikbaarheid?
De Grieken hadden een forum, wij de haven. De joden hadden een stadspoort, wij de havenpoort. Ook hier hebben we plekken waar we elkaar ontmoeten, waar we een rondje doen en waar we zomaar iemand kunnen aantreffen voor een ‘praotjen’. Laten we dat vooral zo houden. Laten we proberen om in plaats van meer online bereikbaar te zijn, wat meer offline bereikbaar te zijn.
Column Gerrit Jan Baarssen (SGP lijst 1, nr.6)
Lees meer: